Een palmboompje met obesitas

Journalist Mick Boskamp schrijft over verslaving en de rol die de verslavingszorg van Castle Craig in zijn leven heeft gespeeld. In Nederland biedt Castle Craig ambulante verslavingszorg aan in de vorm van dagbehandeling, individuele therapie en groepstherapie.

Dit vakantieverhaal gaat over een kamerplant. Dat lijkt misschien een weinig interessant onderwerp, maar schijn bedriegt…

Journalist Mick Boskamp schrijft over verslaving en de rol die de verslavingszorg van Castle Craig in zijn leven heeft gespeeld. In Nederland biedt Castle Craig ambulante verslavingszorg aan in de vorm van dagbehandeling, individuele therapie en groepstherapie.

Dit vakantieverhaal gaat over een kamerplant. Dat lijkt misschien een weinig interessant onderwerp, maar schijn bedriegt…

Toen ik ruim vier jaar geleden bij Castle Craig in Schotland verbleef, kregen we elk weekend een speelfilm te zien, waarin het onderwerp verslaving centraal stond. Een van die films was 28 Days, met Sandra Bullock als Gwen, een alcoholiste die het licht ziet en zich voor een maand laat opnemen in een verslavingskliniek. Een van de momenten die voor de gulle lach zorgt, is als ze na haar opname bij de bloemist een fellow tegenkomt, die met haar in de kliniek heeft gezeten.

De fellow is wanhopig

Eerst hoort ze hem een gesprek voeren met de bloemist. De bloemist zegt: ‘Mijnheer, ik kan deze plant niet vervangen, simpelweg omdat u ‘m om zeep heeft geholpen.’ ‘Maar ik heb alles gedaan wat in mijn mogelijkheden lag!,’ zegt de fellow wanhopig. ‘Ik heb ‘m verzorgd, ik heb tegen ‘m gepraat. En als u nu zegt dat ik ‘m om zeep heb geholpen, dan heb ik nooit meer seks in mijn leven!’ Vervolgens gaat de camera naar beneden en ziet Gwen dat de fellow ook nog een hond aan de lijn heeft, een Franse bulldog, die haar met een schuine kop aankijkt.

Nooit meer een vrouw

Waarom de fellow het overleven van die plant zo belangrijk vindt voor zijn seksleven, heeft alles te maken met de suggestie die mensen vaak krijgen aangereikt als ze pril in herstel zijn. Neem eerst een plant. Als die na zes maanden nog steeds volle, groene bladeren heeft, neem dan een hond. En als die na een tijdje een gelukkig en gezond beest blijkt te zijn, ga dan pas zoetjesaan richting liefdesrelatie. Toen ik uit Castle Craig kwam, wilde ik die suggestie meteen naast me neer leggen. Want anders zou ik nooit meer een vrouw in mijn leven krijgen.

Cactus laten uitdrogen

Een plant en ik, dat was geen gelukkig huwelijk. Ik kreeg het zelfs voor elkaar om een cactus te laten uitdrogen. Maar omdat het met de liefde niet heel erg bleek op te schieten, besloot ik op een goed moment op de Haagse Markt dan toch maar een plant te kopen. Het werd een soort van palmboompje. Van boven was het nog redelijk slank, maar van onderen had het een buikje. Na twee weken deed ‘ie het nog steeds, een unicum voor ondergetekende.

Een soort van vakantie

Dat was twee jaar geleden. Op het moment dat ik dit schrijf, heb ik een soort van vakantie. In Zandvoort pas ik op het huis van mijn moeder, die 2 ½ e week in Italië is. En op Moppie, haar Perzische poes die net zo gek is als haar haren lang zijn. Morgen ga ik werken bij Castle Craig, Den Haag, en wat komt dat goed uit, want dan kan ik even naar huis om mijn kleine, mooie palmboom met obesitas te bewateren. Het is ongelofelijk, maar de plant leeft nog steeds. Ondertussen is het met de liefde ook helemaal goed gekomen. De hond heb ik overgeslagen, maar voor de rest is mijn reis een uit het (spoor)boekje.

Enorme boom met wilde takken

Laatst wilde ik weten wat voor het plant het eigenlijk was, waarvoor ik speciaal vanuit het huis van mijn meisje in Dordrecht op en neer ging naar Den Haag om wat liefde en water te geven. Ik maakte een foto en ging naar de meest luxueuze bloemist van de residentie. Daar, bij Alpina, op de Kneuterdijk vertelde een vriendelijke mevrouw me dat het hier een Beaucarnea, oftewel Olifantspoot betrof, een plant die water opslaat in de stam, waardoor het zelden zonder komt te zitten. Dat verklaarde waarschijnlijk ook dat ‘ie het zo goed deed bij me. Vervolgens wees ze op een enorme boom met wilde takken en groene bladeren, die midden in de zaak stond. ‘Zo wordt ‘ie,’ zei ze. Om er met glimlach aan toe te voegen: ‘Maar dan bent u er niet meer.’

En met die geruststellende gedachte, verliet ik toen maar het pand.